ABN Amro mag naar de beurs, waarschijnlijk eind dit jaar of begin 2016.
Dat heeft het kabinet vrijdagmiddag besloten.
Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem gaat op basis van de boekwaarde van ABN Amro uit van een opbrengst van 15 miljard euro. De beursgang zal in delen plaatsvinden. Wel verwacht de staat nog een aantal jaren aandeelhouder te blijven met een minderheidsbelang.
In een toelichting zei Dijsselbloem over eerder uitstel van het besluit over de beursgang: “Het stond altijd voorop dat dit een tijdelijke noodmaatregel was en dat ABN AMRO weer zou worden verkocht. De resultaten over het eerste kwartaal van 2015 laten ook zien dat de bedrijfseconomische prestaties van de bank goed zijn.”
Waarschijnlijk in het laatste kwartaal van dit jaar of begin 2016 vindt een eerste aandelenuitgifte plaats. Het gaat dan om 20 tot 30 procent van de aandelen.
Ongeveer 10 procent van die eerste tranche is bedoeld voor particulieren, de rest gaat naar institutionele beleggers en grote investeerders. De totale opbrengst van de beursgang wordt nu geschat op minimaal 15 miljard euro. Het ministerie van Financiën denkt dat dat gezien het gunstige beursklimaat kan oplopen. De opbrengst van de beursgang gaat rechtstreeks naar de aflossing van de staatsschuld.
De introductiekoers van het aandeel is nog niet bekend, maar die zal mogelijk rond de 17 euro liggen, uitgaande van een opbrengst van ruim 15 miljard en een totaal aantal van 912 miljoen aandelen
De opbrengst van de beursgang gaat rechtstreeks naar de aflossing van de staatsschuld. ABN krijgt een beschermingsconstructie tegen vijandige overnames.
De bank zal een behoorlijke beschermingswal krijgen. Aandeelhouders krijgen straks certificaten van aandelen ABN Amro. Daarmee hebben ze wel recht op dividend en profiteren ze van koerswinsten, maar hebben ze geen direct stemrecht op de aandeelhoudersvergadering.
Het stemrecht en het ‘winstrecht’ worden van elkaar gescheiden via de certificaten van aandelen. De zeggenschap over het bedrijf komt dan bij een administratiekantoor, een onafhankelijke stichting, te liggen. Die stemt in principe namens certificaathouders, tenzij die zich expliciet aanmelden voor aandeelhoudersvergaderingen. "Bij dreigende ongewenste overnames heeft het administratiekantoor de mogelijkheid de stemrechten op de certificaten in te trekken, voor een periode van maximaal twee jaar", aldus een toelichting van het ministerie van Financiën.
ABN Amro naar de beurs
Het kabinet nam al in augustus 2013 het principebesluit om ABN op termijn weer naar de beurs te brengen, nadat de bank op het hoogtepunt van de kredietcrisis in oktober 2008 was genationaliseerd. Vrijdag gaf het ministerie van Financiën aan dat de kosten voor de nationalisatie van ABN Amro na herberekening op ongeveer 22 miljard euro worden geschat. Daarmee komt het impliciete verlies voor de staat op 7 miljard euro, als de beursgang 15 miljard euro oplevert.
Eind maart was alles klaar om het definitieve besluit te nemen in de ministerraad toen er enorme onrust uitbrak over een salarisverhoging van 100.000 euro voor zes topbestuurders van ABN. Dijsselbloem blies een kabinetsbesluit toen af. Hij wilde eerst weer 'rust en vertrouwen' rond de bank.
Dat blijkt er nu te zijn, onder andere doordat de raad van bestuur bij nader inzien afzag van de salarisverhoging. Ook stapte de verantwoordelijke beloningscommissaris Peter Wakkie op en bood ABN-topman Gerrit Zalm excuses aan.
In een reactie op het besluit van het kabinet om groen licht te geven voor de beursgang gaf ABN Amro-topman Gerrit Zalm vrijdag aan : "Wij delen de conclusie van de minister dat een beursgang de beste optie is om ABN AMRO te verkopen. (...). De interne voorbereidingen die we het afgelopen jaar hebben getroffen liggen goed op schema en zowel de Raad van Bestuur als de Raad van Commissarissen zijn van mening dat ABN AMRO klaar is voor een beursgang."
Bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl